Op het A. Roland Holst College volgen de meeste leerlingen daltononderwijs. Hoewel Dalton en Quest’21 enkele overeenkomsten hebben, zijn er ook belangrijke verschillen.
Quest’21: Leerlingen kiezen zelf hun leerdoelen.
Dalton: Leerlingen kiezen hoe ze aan opdrachten werken.
Quest’21: Modules van 7 weken.
Dalton: Vakken het hele jaar door.
Quest’21: Persoonlijke coach.
Dalton: Mentor voor de hele klas.
Quest’21: Geen cijfers.
Dalton: Meestal wel cijfers.
Beide onderwijsvormen bieden veel vrijheid, maar bij Quest’21 heb je nog meer invloed op wat je leert. Dit vraagt om een grotere mate van eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid.
In de bovenbouw stap je als Quest’21 leerling over naar daltononderwijs met een gekozen profiel. Leerlingen van Quest’21 en de Dalton onderbouw bereiden zich dan samen voor op het eindexamen in de Dalton bovenbouw.
Bij het A. Roland Holst College komen de 21e-eeuwse vaardigheden zowel in het reguliere onderwijs als bij QUEST ’21 volop aan bod. We vinden het belangrijk dat onze leerlingen zowel kennis als vaardigheden ontwikkelen. Omdat leerlingen bij QUEST ’21 vaker met projecten en grotere opdrachten werken, hebben ze vaardigheden zoals samenwerken, communiceren en plannen nog vaker nodig.
Zowel in QUEST ’21 als in Daltononderwijs wordt getoetst. Het verschil zit in de hoeveelheid, vorm en eisen. Bij QUEST ’21 wordt niet voor een cijfer getoetst, maar om te kijken of je als leerling op weg bent om het leerdoel te behalen. Dit heet formatief evalueren.
Het aantonen dat een leerdoel is behaald, gebeurt ook op andere manieren dan met een (schriftelijke) toets. Bij QUEST ’21 zijn er bijvoorbeeld meer praktische opdrachten. Soms is het voldoende om alle opdrachten te maken om aan te tonen dat je een leerdoel hebt behaald.
Een groot verschil is dat bij QUEST ’21 elk verplicht en gekozen leerdoel moet worden behaald. Bij ons Dalton onderwijs kun je een onvoldoende compenseren met een voldoende. Dat kan bij QUEST ’21 niet. Als een leerling zijn leerdoel nog niet beheerst, gaat hij hiermee, samen met zijn vakdocent en coach, tijdens ‘werktijd’ aan de slag. Soms kiest een leerling een andere keuzemodule of volgt een (verplichte) module opnieuw.
Op onze school hebben leerlingen zowel een klassenbegeleider als een coach. Dit geldt ook voor QUEST ’21-leerlingen, die echter op een andere manier worden gecoacht. Er wordt meer gekeken naar wat de leerlingen precies nodig hebben in het behalen van hun doelen. Uit hersenonderzoek bij pubers blijkt dat je hen kunt vragen verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces, maar dat je hen daarbij goed moet ondersteunen.
In de onderbouw van ons dalton onderwijs hebben leerlingen ongeveer 75% van de lessen in een vaste klas. Bij QUEST ’21 is dat veel minder, hoewel dit per leerjaar en periode wisselt. Zo heeft een eerstejaars QUEST ’21-leerling in het eerste half jaar meer lessen in zijn eigen basisgroep dan in de tweede helft van het jaar. Zo zorgen we ervoor dat er voldoende mogelijkheid is voor het leggen van contact en het sluiten van vriendschappen. De verplichte modules zijn meestal in de eigen basisgroep.
Quest’21: Leerlingen kiezen zelf hun leerdoelen.
Dalton: Leerlingen kiezen hoe ze aan opdrachten werken.
Quest’21: Modules van 7 weken.
Dalton: Vakken het hele jaar door.
Quest’21: Persoonlijke coach.
Dalton: Mentor voor de hele klas.
Quest’21: Geen cijfers.
Dalton: Meestal wel cijfers.
Beide onderwijsvormen bieden veel vrijheid, maar bij Quest’21 heb je nog meer invloed op wat je leert. Dit vraagt om een grotere mate van eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid.
In de bovenbouw stap je als Quest’21 leerling over naar daltononderwijs met een gekozen profiel. Leerlingen van Quest’21 en de Dalton onderbouw bereiden zich dan samen voor op het eindexamen in de Dalton bovenbouw.
Bij het A. Roland Holst College komen de 21e-eeuwse vaardigheden zowel in het reguliere onderwijs als bij QUEST ’21 volop aan bod. We vinden het belangrijk dat onze leerlingen zowel kennis als vaardigheden ontwikkelen. Omdat leerlingen bij QUEST ’21 vaker met projecten en grotere opdrachten werken, hebben ze vaardigheden zoals samenwerken, communiceren en plannen nog vaker nodig.
Zowel in QUEST ’21 als in Daltononderwijs wordt getoetst. Het verschil zit in de hoeveelheid, vorm en eisen. Bij QUEST ’21 wordt niet voor een cijfer getoetst, maar om te kijken of je als leerling op weg bent om het leerdoel te behalen. Dit heet formatief evalueren.
Het aantonen dat een leerdoel is behaald, gebeurt ook op andere manieren dan met een (schriftelijke) toets. Bij QUEST ’21 zijn er bijvoorbeeld meer praktische opdrachten. Soms is het voldoende om alle opdrachten te maken om aan te tonen dat je een leerdoel hebt behaald.
Een groot verschil is dat bij QUEST ’21 elk verplicht en gekozen leerdoel moet worden behaald. Bij ons Dalton onderwijs kun je een onvoldoende compenseren met een voldoende. Dat kan bij QUEST ’21 niet. Als een leerling zijn leerdoel nog niet beheerst, gaat hij hiermee, samen met zijn vakdocent en coach, tijdens ‘werktijd’ aan de slag. Soms kiest een leerling een andere keuzemodule of volgt een (verplichte) module opnieuw.
Op onze school hebben leerlingen zowel een klassenbegeleider als een coach. Dit geldt ook voor QUEST ’21-leerlingen, die echter op een andere manier worden gecoacht. Er wordt meer gekeken naar wat de leerlingen precies nodig hebben in het behalen van hun doelen. Uit hersenonderzoek bij pubers blijkt dat je hen kunt vragen verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces, maar dat je hen daarbij goed moet ondersteunen.
In de onderbouw van het reguliere onderwijs hebben leerlingen ongeveer 75% van de lessen in een vaste klas. Bij QUEST ’21 is dat veel minder, hoewel dit per leerjaar en periode wisselt. Zo heeft een eerstejaars QUEST ’21-leerling in het eerste half jaar meer lessen in zijn eigen basisgroep dan in de tweede helft van het jaar. Zo zorgen we ervoor dat er voldoende mogelijkheid is voor het leggen van contact en het sluiten van vriendschappen. De verplichte modules zijn meestal in de eigen basisgroep.
Je kunt op het Roland Holst een onderwijsvorm kiezen die bij je past.
Je kunt op het Roland Holst een onderwijsvorm kiezen die bij je past.